zaterdag 13 maart 2010

Ik maak nooit iets mee

Net als Guus Middag maak ik nooit iets mee, maar gisteren toevallig wel. Want toen was ik op weg naar het station. Net als die andere vrouw, iets jonger dan ik. We liepen langs een boom, waarin geen knop te zien was. Vreemd! De bomen op onze schoolpleinen lieten zelfs al roze bloesems zien, tenminste, aan de zonkant toch? Zij kocht een kaartje, ik haalde mijn chipkaart langs het scherm van de incheckpaal. Ruim op tijd, knikten we naar elkaar. In de trein was nog een plek waar we tegenover elkaar konden zitten. Een jongeman moest daarvoor alleen even twee grote tassen naast hem weg halen. Hij leek niet erg blij met ons.
We vertelden elkaar over onze kinderen, over school, en over de cursus in Middelburg; we spraken over onze moeders - een nog vief en zelfstandig, de ander een vogeltje in een verpleeghuis. Over de verschillen in cultuur in het Zeeuwse, in de Randstad, de bollenstreek, Noord-Holland. Over de Zeeuwse krant, de PZC, die zelfs per regio verschilt: Walcheren is eenmaal Borssele niet en andersom. We hadden het over ontspoorde en getraumatiseerde jongeren, waarvan sommige wonderwel goed terecht komen en anderen ondanks veel goede zorgen toch afzakken en in de problemen blijven raken. Over luizen, schoolkampen en terminale zorg; over schaapskudden en statige notabelen. Ook de jongeman nam af en toe deel aan het gesprek. Hij was op weg naar huis, naar Rotterdam. Gedurende zijn stageperiode had hij een tijdelijke woonruimte in Vlissingen, omdat het anders iedere dag wel een heel eind reizen was. Belangstellend vroeg mijn reisgenote in welke wijk die tijdelijke woonruimte stond. 'O, daar? Heftig voor Zeeuwse begrippen. Daar vliegt wel eens een kogeltje.' De jonge man trok zijn wenkbrauwen op en lachte wat in zichzelf: hij werd soms midden in de nacht wakker van een oorverdovende stilte.
In Dordrecht stapte de vrouw uit. 'Misschien nog eens tot ziens!' 'Ja! Veel plezier bij je familie!' Nee, ik had haar nooit eerder ontmoet. Zo gaat dat, soms. Een trein, mensen die elkaar passeren, een tijdje samen optrekken, delen en weer uiteen gaan.