vrijdag 17 mei 2013

Ik ben blij dat ik er nu meer van weet


Zeven jaar geleden begon het allemaal! In Rotterdam en Delft deden tot nu  295 bovenbouwgroepen mee aan het project Ik mis je zo. Als je uitgaat van een gemiddelde van 22 kinderen per groep, dan geeft dat een beeld van het  aantal kinderen dat hiermee kennismaakte. De begraafplaatsen die ze als onderdeel van het project bezoeken hebben allemaal een heel eigen karakter. 
Op begraafplaats Jaffa in Delft staan bijzondere monumenten van prominente Delftenaren: de oprichter van de polytechnische hogeschool - nu TU, stichters van Delftse musea, de eerste gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog, maar ook van twee plaatselijke pophelden uit de jaren '70. Op begraafplaatsen Crooswijk en 'de Zuider' in Rotterdam is de plaatselijke en multiculturele geschiedenis zichtbaar, en er is veel monumentaal groen: heel oude bomen en de langst aaneengesloten rij leilinden in Nederland kun je er vinden. En op de veel kleinere begraafplaats in Hoek van Holland verwijzen monumenten naar het oorlogsverleden en naar Rotterdam als havenstad. 
Deze week werd op aanvraag van basisschool Het Waterschip Ik mis je zo uitgevoerd in Pernis. De algemene begraafplaats is klein in vergelijking met de andere, maar ook hier staan markante monumenten. Te beginnen met het prachtige herdenkingsmonument 'voor hen die vielen' bij de entree.  
Op school voerden de kinderen gesprekken over het centrale thema, afscheid nemen en missen. Ook schreven ze gedichten. Op de begraafplaats luisterden ze ademloos naar verhalenvertellers die een persoonlijk verhaal vertelden over iemand die zij missen en wat dat voor hen betekent. Daarnaast de  rondleiding, het filosoferen en het verwerken van het op school geschreven gedicht: het was voor veel kinderen een unieke ervaring.  
Zoals een jongen zei: 'het was bijzonder en het voelde in het begin best een beetje vreemd om te praten over dit onderwerp. Normaal doe je dat eigenlijk nooit. Ik heb er veel van geleerd. Ik had er bijvoorbeeld nooit over nagedacht dat er zoveel verschillende dingen zijn die je kan missen. En ook niet  over wat missen betekent voor mensen. Ik ben blij dat ik er nu meer van weet.'

donderdag 16 mei 2013

Weten


'Noem eens een voorbeeld van iets dat je weet, en van iets dat je niet weet.' Een simpele vraag als opening voor het filosoferen. Niet alle kinderen in de groep hebben meteen een voorbeeld paraat. Maar  het filosoferen over weten komt wel meteen op gang: 'ik weet niet of het waar is wat iedereen hier net zei.' Weten, zeker weten, waarheid  - ze gaan in op de vraag hoe je iets kunt weten. We verzamelen alle eerste antwoorden op het bord: als het je verteld is, als je het hebt gezien, als je het geleerd hebt, of als je het hebt ontdekt... Interessant wordt het als een van de deelnemers zegt dat je soms iets vanzelf weet. Van binnenuit, van nature. Je bewegen bijvoorbeeld, want dat doet ieder mens. Al als baby in de buik. Dat weet je gewoon. Ja, zeggen de anderen, dat is zo, maar is dat weten? Ze komen er nog niet helemaal uit. Ze beginnen dan over ideeën die opeens ontstaan. Als je een tekenvel voor je hebt liggen en een potlood dan weet je opeens wat je gaat tekenen. Je weet het van binnenuit, of doordat je iets ziet, of aan iets denkt dat je dan verandert. Maar dat weet je niet zomaar, je hebt er fantasie bij nodig, meent een van de kinderen. 'Ja, fantasie is ook een soort weten!'  Wow! Dat levert een mooie vraag op. Is fantasie ook een soort weten?

Afbeelding: M.C. Escher, ‘Tekenen’, 1948, lithografie, 28,5 x 34 cm. - © M.C. Escher / Cordon Art-Baarn.

woensdag 8 mei 2013

Over verschil van mening

Bij het filosoferen is verschil van mening fijn, maar in het daagse leven kan het lastig zijn, volgens 'de bovenbouwers' op Het Mozaïek. Vandaag deden we een denkoefening van Matthew Lipman over verschil van mening. Het begon met de vraag:  "als iemand heel gevaarlijk doet op zijn fiets, zou je er dan iets van zeggen?" Drie lagen diep ging het onderzoek, en heel knap: het ging namelijk niet over de vraag of je er wel of niet iets van zou moeten zeggen, maar of er na de uitwisseling van ideeën sprake was van verschil van mening. Leek er volgens hen in eerste instantie veel verschil van mening te zijn, in de tweede laag bleek dat zo'n 90% eigenlijk dezelfde mening was toegedaan, maar het net op een andere manier uitlegde. In de derde ronde werd er bekeken hoe het nu eigenlijk zat: waarop waren hun meningen gebouwd, was dat voor iedereen hetzelfde? Met veel plezier werd het allemaal afgetast. Het bespreken ging soms heftig, vaak met veel humor, dan weer stil nadenkend. Levert het iets op, verschil van mening? Een van hen riep opeens verbaasd: 'Ja, door verschil van mening leer je iemand eigenlijk veel beter kennen!'