maandag 18 juli 2011

Vakantie = tijd

Wat ik zoal doe met al die tijd in de vakantie? Wandelen in de zon en in de stromende regen, nieuwe contacten leggen, oude aanhalen, rondlummelen in en om huis, muziek luisteren, vier kasten leegruimen, opschonen, opnieuw inrichten, bergen letters verslinden: kranten, Ernest van der Kwast, Oscar Wilde, Mister Motley, Onze Taal …

Met de Eurostar naar Londen ... veel wandelen daar - alweer in zon en stromende regen, uren dwalen en me verwonderen over de prachtige diversiteit in het werk van Mirò in Tate Modern, de film Tree of Life kijken in Barbican cinema, niet aan werken denken…

Wat weer thuisgekomen in mijn hoofd blijft spelen is het kleine 'Postmans park' waar mijnlief en ik per ongeluk terecht kwamen. Het regende zo hard, dat we toch wel even wilden schuilen… En wat leent zich daar beter voor dan zo'n oase in het jachtige stadsleven. De bank waar we op wilden plaatsnemen bleek een plek om alledaagse mensen te herdenken, mensen die ooit op heldhaftige wijze een ander hadden gered, en daarbij zelf het leven hadden gelaten.

Brandweerlieden, broers, zussen, politiemannen, moeders, kantoorklerken, allen trotseerden ze uitslaande branden, instortende huizen, woeste wateren, vergif, aanstormend verkeer, losgebroken paarden. De oudste gebeurtenis die ik kon vinden was op 24 Januari 1863. Sarah Smith, een pantomimespeelster liet het leven toen ze - weliswaar zelf gekleed in een onbrandbaar gewaad - haar gezel probeerde te redden die door de vlammen werd omgeven. Het tegeltableau dat hiervan melding maakt, werd in 1902 geplaatst… George Frederic Watts richtte dit memorial to heroic self sacrifice op als lichtend voorbeeld voor de samenleving. 't Is maar dat men het weet....!

Ook een kijkje nemen? Dat kan ook digitaal: www.youtube.com/watch?v=a3noBd3_d6A

1 opmerking:

  1. Voor wie lief hebben in gemis,
    wat bijna niet te dragen is.

    Zo onverwacht dat heldendom
    ‘van kom ik om dan kom ik om’.
    Echt liever toch nooit meegemaakt,
    omdat het mij persoonlijk raakt.

    Ik leefde in verwachting van:
    Van morgen dit en later dan …
    Opeens kwam morgen niet voor mij,
    was alles wat ik dacht voorbij.

    Zo raar toch, nu ben ik een held.
    Dat wordt met deze bank verteld.
    En wie hier zit en stil dit leest
    raakt door mijn daad misschien bevreesd.

    Vraagt zich, wie weet, als was ’t een straf
    zijn eigen heldenmoed nu af.
    Zou ik dat ook hebben gedaan
    of bleef ik laf er buiten staan?

    Oneerlijk voelt mij mijn verhaal,
    want slechts bleef ik mijzelf loyaal.
    Ik kon daar niets, nee niets aan doen
    het viel niet eens onder fatsoen.

    Ik stond erbij en deed gewoon,
    daarvoor hoef ik geen eerbetoon,
    maar wie mij mist, zo onverwacht
    houd die in ere, hooggeacht.


    Die bank 'zat' mij niet lekker. Er was iets mee, maar wat?
    Nu ben ik er uit.

    Vriendelijke groet,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen