zondag 22 januari 2012

Nieuwe verhalen


Vanmiddag vond ik tijdens het opruimen een notitie van bijna een jaar geleden, met een prachtige uitspraak van kinderen uit groep 5:

'zo lang er mensen zijn die naar kunst kijken, blijven er nieuwe verhalen ontstaan'

Welk verhaal ontstaat er als jij naar dit kunstwerk kijkt?

Kunstwerk: Johanna Schweizer, Jesus_head, textielbiënnale 2011, Rijswijk.

11 opmerkingen:

  1. "Nou zeg", dacht ik toen ik dat beeld zag en ik zocht die mevrouw snel op, op internet.
    "Vreselijk", dacht ik daarna "ze haakt ook nog".
    Snel moest ik een rondje met het hondje, spullen pakken en dan hup naar school. En precies toen ik geen tijd had kwam het volgende verhaaltje.


    “Hoe kun je dat nu vragen”, riep mier geërgerd uit.
    “Wat zijn dat voor manieren om dat aan iemand voor te leggen die te droef is voor woorden,
    te eenzaam voor vrienden, te moe om rust te vinden, te …”
    Giraf boog zijn lange nek naar mier.
    “Dat ben jij toch niet”, zei hij met zachte stem.
    “Inderdaad”, verbaasde mier zich opgelucht “dat ben ik niet.”

    Groeten,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen
  2. “Weet jij wat schoonheid is”, vroeg mier aan giraf.
    Giraf knikte bedachtzaam.
    “Echt waar”, hoopte mier.
    Weer knikte giraf.
    “Vertel op”, plofte mier van nieuwsgierigheid.
    “Schoonheid is”, mijmerde giraf “een druppel water in de zee zien vallen.”
    “Je bent niet goed wijs”, riep mier kwaad.
    Daar dacht giraf anders over, maar hij zei het niet, juist omdat hij er nu eenmaal anders over dacht.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. “Is”,vroeg giraf bezorgd aan mier “is eigenlijk alles tweede hands?”
    “Heu”, zei mier.
    “Is eigenlijk alles tweede hands”, herhaalde giraf geduldig.
    Hij kon zoveel geduld hebben als hij had, maar dat hielp mier niets.
    “Ik begrijp niet wat je wilt zeggen met dat tweede hands en alles”, gaf mier na drie keer vragen toe.
    “Het is heel eenvoudig”, antwoordde giraf.
    “Gelukkig maar”, zei mier “maar leg het me toch maar even uit en als het kan een beetje duidelijk.”
    Giraf dacht na. “Wat sta je nou te suffen”, riep mier.
    “Als ik iets maak dan zit het eerst in mij als gedachte en daarna zit het in mijn poten”, begon giraf. “Als het klaar is kijk ik er naar en zit het in mijn ogen en in mijn hart als ik het mooi vind of er blij mee ben. Het kan ook in mijn maag zitten als ik het teleurstellend vind uitvallen.”
    Mier zuchtte diep.
    “Ik bedoel, ik leef er een poos mee,als het klaar is en de wereld in kan dan is het toch gewoon tweede hands.” Giraf zweeg.
    Mier zweeg ook.
    “Begrijp je”, vroeg giraf na een lange stilte.
    “Misschien”, zei mier.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. “Je zier er niet patent uit mier”, zei giraf zorgzaam.
    “Hoe zie ik er dan uit” wilde mier weten.
    “Witjes om de neus en sloompjes in de poten.”
    “Wat wil dat zeggen”, schrok mier.
    “Geen idee”, zei giraf die geen idee had.
    “Voel je je ook witjes en sloom”, vroeg giraf nadat hij een poosje had staan kijken naar de verte die er vandaag heerlijk lonkend bijlag.
    “Eerst niet”, dacht mier “maar toen je dat zei van sloompjes voelde ik opeens al mijn poten zwaar worden. En met zware poten kun je denk ik geen drukte schoppen.”
    Giraf knikte.
    De verte kleurde en spatte van zonneschijn.
    “Zullen we”, vroeg giraf “zullen we gewoon eens een eindje gaan wandelen en zien hoe het gaat met wit en sloompjes.”
    Mier die allang genoeg had van zwaar in zijn poten sprong direct overeind.
    “Vooruit”, riep hij vrolijk. En dat gingen ze.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Giraf klom de heuvel op.
    Hij was nieuwsgierig hoe de verte er deze keer bij zou liggen.
    Nog een paar stappen en hij zou het zien.
    Hij had geen haast. Mier was bezig met iets waar hij giraf bij kon missen als kiespijn.
    Althans zo had mier het uitgelegd.
    Nog een stap en toen zag giraf de verte in al haar verten.
    “Onbegrijpelijk”, mompelde giraf nadat hij een hele poos alleen maar gekeken had.

    “En”, vroeg mier die tegen de avond ook de heuvel op kwam. “Hoe zag het er vandaag uit?”
    “Onbegrijpelijk”, herhaalde giraf met een zucht.
    “Daar was ik al bang voor”, antwoordde mier.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Mier stond boven op het hoofd van giraf. Giraf stond hoog op de heuvel.
    Om hen heen strekte de verte zich ver uit.
    Mier praatte honderd uit en giraf luisterde honderd in.
    “Weet je”, verzekerde mier giraf “achter deze verte ligt een nieuwe verte en daarachter ligt verdraaid nog aan toe alweer verte.
    De verte ontrolde zich verder dan ver.
    “Er is geen einde aan verte”, besloot mier eindelijk zijn uitleg.
    “Waarom zou er zoveel verte zijn”, vroeg giraf in de hoop dat mier dat wist.
    “Waarschijnlijk”zei mier gewichtig “omdat het er nu eenmaal is.”
    Giraf wilde al met zijn kop knikken, maar bedacht net op tijd dat zoiets voor mier niet fijn zou zijn.
    “Zullen we er in mier”, vroeg giraf die een onbedwingbare lust voelde opkomen om door alle verten heen te hollen.
    “Ik hoopte al dat je dat zou zeggen”, antwoordde mier en hij zette zich schrap.


    Nou ik hoop maar dat die kinderen, ondanks dat de zin diepte en hoop heeft, het mooi bij het verkeerde eind hebben.

    Groeten,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Het wilde maar niet stil worden in giraf zijn kop.
    ‘Wat raar”, dacht giraf ‘wat heel vreemd’, dacht hij direct daarna.
    ‘Waarom kan ik mijn gedachten en ideeën en bevindingen en wat ik denk dat ik nog eens moet bedenken en wat er in mij opkomt en wat er juist helemaal niet in mij opkomt, maar waar ik wel op hoop, niet gewoon uitzetten of zoiets. En dan lekker wat wandelen of rondkijken of tureluren of fluiten of met mijn staart zwaaien. Waarom loopt mijn kop om in plaats van dat ik geniet van de geneugten des levens.
    ‘Misschien kan mier me helpen en op weg helpen of me in ieder geval een hint geven of als dat niet lukken wil iets bedenken waardoor …’
    Precies bij het woord waardoor stond mier opeens voor giraf.
    “Mier”, zei giraf blij verrast.
    “Giraf”, zei mier.
    “Mag ik je even iets vragen”, vroeg giraf.
    “Tuurlijk”, zei mier.
    “Mijn kop loopt om”, legde giraf uit. “het blijft maar aan de gang met denken en bedenken. Weet jij hoe ik daar mee kan stoppen?”
    “Tuurlijk”, zei mier en hij begon langzaam de heuvel op te klimmen.
    “Hoe dan”, riep giraf hem na.
    “Jammer”, hijgde mier, “maar ik kan niet klimmen en iets uitleggen tegelijkertijd.”
    “Stop dan met klimmen”, adviseerde giraf haastig.
    “Spijtig”, hoorde hij mier zeggen “maar de heuvel ligt hier, dus als ik hier wil lopen moet ik wel klimmen, niks aan te doen.”
    “Ga dan ergens anders lopen”, ried giraf die zo ontzettend hoopte op wat mier zou kunnen uitleggen dat hij alleen daar nog maar aan kon denken.


    Want stel je voor dat er altijd verhalen zijn zolang er kunst is.

    Groet,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen
  8. “Vandaag”, zei mier plechtig “ben ik van voornemen om mij bijster gelukkig te voelen. En tot nu toe lukt het me erg goed.”
    Giraf keek blij naar mier.
    “Fijn”, zei giraf.
    Nadat mier de hele dag bijster gelukkig was geweest en zelfs in de avond er nog niet mee was opgehouden, waagde giraf het te vragen.
    “Hoe lukt het je mier om zo gelukkig te zijn en ook nog eens zo lekker lang achter elkaar.”
    Mier keek giraf opgewekt aan.
    “Waarschijnlijk een sterke wil”, zei hij “of en dat sluit ik helemaal niet uit, heb ik gewoon geluk vandaag.”
    “Fijn”, zei giraf nog eens, omdat hij er niet om liegen wilde.


    Zie nu komt er zelfs een verhaaltje dat niks meer met dat kunstwerk van doen heeft. (Dat hadden die anderen namelijk wel, al zou je dat misschien niet denken.)
    Wie weet komen verhalen gewoon omdat ze komen.

    Groeten,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Giraf stond peinzend voor zich uit te staren.
    Mier keek bezorgd naar giraf, maar zei niks.
    ‘Misschien denkt giraf ergens over na waar hij liever niet bij gestoord wordt’, dacht mier.
    Aangezien dat een kleine gedachte was, bouwde mier een boot, klom hij de heuvel op, zocht iets wat hij kwijt was en deed al die dingen waar hij nu mooi de tijd voor had.
    Nadat hij klaar was met al die dingen zag hij dat giraf nog steeds niet uitgedacht was.
    Nu werd het hem te gortig.
    “Wat sta je te peinzen, giraf”, zei hij daarom.
    Het leek alsof giraf hem niet hoorde, daarom schreeuwde mier ongeduldig. “Hè jij lange, wat doe je?”
    “O”, zei giraf “eigenlijk niets bijzonders. Ik denk na over verhalen. Waar zouden die toch vandaan komen?”
    “Weet je dat niet eens?”, vroeg mier.
    “Nee”, gaf giraf toe.
    “Geen wonder dat je er dan eens over nadenkt”, riep mier vanuit zijn boot die langzaam, heel langzaam de rivier afzakte.


    Zo je ziet gaat het van kwaad tot erger.
    Niets aan te veranderen.

    Groeten,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dag Co,
      bij mij geen giraffen en mieren in 't hoofd, die hun verhalen kwijt moeten. Ik ben blij met die dieren van jou. Ieder verhaal zet aan tot denken! En al weet ik niet of je 't daar mee eens bent, als je ziet waarom ik blog, dan snap je vast dat ik wel blij ben met jouw mier en giraf - met jouw verhalen.
      En of ze door de kunst loskomen, of juist niet, dat maakt toch eigenlijk niet uit.
      Verhalen zijn er, en of zij of wij het nu willen of niet: verteld worden ze. Dankjewel!

      Verwijderen
  10. Marja,

    je begrijpt graag gedaan. Alhoewel ik me soms wel afvraag of het niet een beetje al te mal wordt. Tenslotte je kunt een verhaal ook gewoon niet verzenden.
    Daarom is het wel fijn dat je er geen punthoofd van hebt gekregen.
    Nog even een misverstand de wereld uit werken en dan ga ik eens iets huishoudelijks doen.
    Giraf en mier zijn niet van mij. Zij zijn waarschijnlijk van zichzelf. Je weet ik houd niet eens van dierenverhalen, dus waarom, waarom...

    In de hoop dat het je goed gaat,

    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen